Het verhaal van onze tweeling begint in het vroege voorjaar als Jean-Luc en Sabine van Het Horseler 22 komen vragen of we ook nieuwe kippen willen. Zij gaan een ren in hun tuin maken en als ze toch kippen kopen in Leuvenheim, dan kunnen ze er voor ons ook een paar meebrengen. We spreken af dat zij ze eerst laten opgroeien en dat we ze later in het kippenhok in de wei gaan plaatsen.
Begin juni dachten we dat het kon. Op een avond hebben we ze tijdens de schemering op stok gezet. Maar de volgende dag bleven ze heel zielig onder een struikje zitten. Jean-Luc heeft ze toen nog maar weer terug genomen in zijn eigen ren.
Op vrijdag 14 juli hebben we het weer geprobeerd. Tegen donker de tweeling op stok gezet en bij het krieken van de dag het luik van het hok dicht, zodat ze een poosje aan het hok zouden wennen. De grote kip was toen al in de ren. Na een uur of wat het luik open en de ren dicht, om te wennen aan de ren. Maar na de middag ging het mis, want de andere kippen wilden naar binnen om te eten en te leggen. Toen stond de tweeling ineens buiten. Bij donker heb ik (Paul) ze uit de wei gehaald en op stok gezet.
De volgende ochtend was er een hoop rumoer, waarna ze weer buiten liepen. ’s Avonds stonden ze in de speelweide bij de ren klaar om naar binnen gebracht te worden. Het vinden van de ingang van de ren was in het donker wat moeilijk, zeker ook omdat de schapen en geiten kwamen kijken. De volgende dag heb ik ze weer opgehokt. Met hetzelfde resultaat als eerder; de andere kippen joegen ze ’s middags uit de ren en zaten hen zelfs erbuiten nog achterna. Terwijl die andere krielkippen twee jaar geleden zelf ook nieuw waren (zie).
Dinsdagavond heeft Jean-Luc geholpen om ze op stok te krijgen. Ik dreef ze in de wei langs het hek om ze de weg te laten vinden. Jean-Luc hield de grote dieren uit de buurt met behulp van een hand hooi. De dagen erna waren ze ’s avonds al wel in de ren, maar ze waren op of onder de stenen gaan zitten, in plaats van binnen op stok.
Vrijdag heb ik de lamp van het hok aan gedaan tijdens de schemering en een doos in het hok gezet, opdat ze gemakkelijker zelf op stok zouden komen. Zondagavond zag ik dat dat inderdaad was gelukt. Maandagavond zaten ze in het donker in de speeltuin…
De tweeling zijn Wyandottes, net als de bruine en de witte. Ze hebben dezelfde zwartebruine kleur. Je kunt ze niet van elkaar onderscheiden op het eerste gezicht. Wel in hun gedrag. De een is ondernemender en rustig, de ander is wat bang en nerveus. Bij het op stok zetten moest ik de rustige er eerst opzetten. Daarna wilde de bange pas. Ze wilde ook alleen maar aan de rechterkant van de rustige, aan het eind van de stok, dicht bij de legkast.
In juni scheen de zon heel veel en woei er een droge wind. Met als gevolg dat de wei ging verdrogen. En toen kwamen de engerlingen (larven van meikevers) die de wortels van het gras aanvraten en daarna de kraaien die de engerlingen opvraten, maar daarbij het gras nog meer verwoestten. Misschien had ik toch wat eerder moeten sproeien.
Onder de bomen bleef het groen. De geiten plukten ook de bladeren waar ze bij konden en trokken daarbij de takken naar beneden. Ik heb hen ook takken gegeven. De bomen moeten toch worden gesnoeid. Ik doe dat niet in één keer, maar mondjesmaat, zodat ik de dieren steeds kan bijvoeren en de bomen genoeg schaduw blijven geven. De bomen laten ook al appels vallen, vooral die ene bij Het Horseler 28. Ik heb twee emmers met rotte appels moeten rapen, voordat ik de dieren in de ZuidWest wei kon laten.
Anton en Harry hebben op enkele plekken het hek gerepareerd. We hadden weer last van wat rotte balken en gelukkig hadden we nog een paar nieuwe op voorraad. Ze hebben ook de beukenhaagjes wat bijgeknipt om het schrikdraad vrij te houden. Anton heeft bovendien het informatiebord aan de voorkant van de wei, weer rechtop gezet.
En onze verzorgers hebben hun diensten weer gedraaid bij mooi of minder mooi weer, zodat het in en om de stal schoon is en de dieren met gevulde buiken rond lopen.
<