Verzorging

De verzorging wordt gedaan door de mensen in onderstaande lijst. Ze wonen allen rond de dierenweide die zich bevindt aan Het Horseler in Warnsveld. Ze hebben tweemaal per jaar twee weken dienst. Als u vragen hebt over de verzorging, spreek ze dan gerust aan,  bij voorbeeld wanneer ze bij de stal bezig zijn.

Deze pagina bevat informatie die van belang is voor de dagelijkse verzorging van de dieren in Het Horseler Weitje. Als je een van de verzorgers bent, zorg er dan voor dat je deze informatie kent, of spiek af en toe nog even als je het niet meer zeker weet.

De dieren
In de wei lopen 2 Drentse heideschapen: het zijn ooien (vrouwtjes). Verder zijn er 3 geiten. Ook lopen er een grote bruine kip (Bielefelder) en 4 krielkippen (Wyandotte).

De weide
In het midden van de wei is een speeltuintje. Je komt er via een toeganspad met hekwerk erlangs. Onder dit pad ligt een tunnel voor de dieren. De weide is in twee gedeeltes opgesplitst, zodat we in één van beide gedeeltes het gras kunnen laten groeien en verzorgen. We maken gebruik van de permanente scheidingshekken met een draaideel erin en van een los rooster dat we voor de tunnel kunnen zetten. Het stuk gras rondom de stal is permanent in gebruik. We hebben ongeveer 1100 m2 beschikbaar; rondom de stal 150 m2, NO zijde 500 m2 en ZW zijde 450 m2. Om de weide in goede conditie te houden, moet deze af en toe ontmost, belucht en bemest worden. Maar de uitvoering doen we zelf; kalk strooien in januari, kunst- of stalmest strooien in april.
De dieren hebben zout nodig. We hebben een liksteen aan één van de staldeuren hangen.

De voeding
Controleer dagelijks of het water nog schoon is. Doe elke dag nieuw water in de emmer, vooral ’s zomers. De groene aanslag moet je er eerst even uit borstelen. De borstel hangt buiten aan de wand.

– Schapen en geiten
De schapen en geiten mogen hetzelfde eten:

  • Ruwvoer en hooi: zoveel als ze lusten, zeker in de winter en het voorjaar als er weinig gras is. Het hooi moet lekker ruiken.
  • Brokjes: geef ze elke dag 1 bekertje. ’s Winters 2. Als ze drachtig zijn, hebben ze hier meer behoefte aan.

Paul regelt/bestelt het voer. Koop dus niet zomaar zelf iets! Als het voer bijna op is, meldt het dan bij Paul.


– Kippen
De kippen hebben voer en grit nodig. Zorg er voor dat er altijd voldoende voer in de voerbak in het hok zit. Het voer zit in de zwarte ton met een schroefdeksel. Voor het malen van het voer in hun maag en voor de barst van de eieren hebben de kippen grit nodig. Doe dat in de bak die achteraan in het hok aan de muur zit. De kippen hebben een eigen waterbak.

Brood is niet goed voor de dieren. Het advies is om dat dus niet of met mate in de weide te gooien! Groenten en fruit, zoals wortels en appels vinden ze lekker. Maak deze echter wel klein en geef met mate omdat het veel water bevat.

De gezondheid
Het allerbelangrijkste: als je iets bijzonders opmerkt, geef dit dan direct door aan Gerjan, Nico of Paul. Zij kunnen beoordelen welke actie is vereist. Ziekte kun je als volgt herkennen:

  • een schaap of geit komt traag op de brokjes af
  • niet eten
  • kreupel lopen
  • ingetrokken buik
  • keutels die zwart zijn i.p.v. groen
  • diarree
  • witte stukjes (lintworm) in de poep

Huidziekte is moeilijker te herkennen, maar moet wel behandeld worden.

Ontwormen moet regelmatig: de lammeren 1x per 6-8 weken en de volwassen dieren 1x per jaar. Herbert zal dit bijhouden want met de medicijnen moet zorgvuldig worden omgesprongen anders werkt het niet meer.
Scheren moet worden gedaan in mei. (Van nature hebben schapen geen wol.)
Oormerken (kleine) moet zijn aangebracht op last van het Ministerie van LNV, evenals dat registratie bij elk vervoer verplicht is. Ook een eis is de inenting tegen de Q-koorts.

De stal
De schapen kunnen goed tegen barre weersomstandigheden, maar de geiten moeten van oktober tot mei gemakkelijk de stal in kunnen bij slecht weer. De schapen zijn liever buiten dan binnen. De geiten rennen bij een klein regenbuitje al naar de stal. Als het weer een poos koud en nat is, dan zal de stal gauw vol met mest liggen. Haal de mest (keutels en natgeworden strooisel) minstens één keer tijdens je beurt weg en doe het in de groene container. Als deze vol is, dan moet je hem op de juiste maandag aan de kant van de weg zetten, aan het begin van het Cornegoor. Stro dat nog niet nat is kun je eerst aan de kant schuiven, voordat je de natte troep weg schept. Zorg dat je eerst strooisel (houtvezel) op de vloer doet, waarna je het stro er over heen verdeelt. Strooisel neemt vocht goed op.

Bijzonderheden
Bij het verzorgingsrooster in de stal hangt ook een lijst met de taken voor de dagelijkse verzorging. Verder is er tijdens de cursus dierverzorging door het AOC heel veel informatie verstrekt wat voor ons wel van belang is, maar te specialistisch voor de dagelijkse verzorging. Deze specialistische zorg doet Herbert voor ons.

De dagelijkse verzorgers moeten minimaal 1x per dag de dieren voederen, checken en water controleren. In de winter minstens 2x per dag het water controleren en eventueel ijs stuk maken zodat de dieren kunnen drinken. Wanneer de warmhoudplaatjes zijn gemonteerd, bevriest het water in de stal pas bij -15 C.

In de stal ligt een logboek. Ook hangen er ‘huisdierbijsluiters’ voor schaap en geit. Hierin vind je nuttige en interessante informatie over de verzorging.

 

Leuke sites om eens te bekijken zijn www.levendehave.nl en www.platform-ksg.nl. De huisdierbijsluiters vind je, naast in de stal, ook op www.licg.nl.